Gedachten die je kwellen, waar je over piekert, waarvan je niet weet waar deze vandaan komen en die niet lijken te verdwijnen. Ik noem ze voor het gemak “negatieve gedachten”. En de eerste vraag die wij dan stellen is vaak: “Hoe kom ik er van af?” Ik kan je in enkele stappen uitleggen wat ik gedaan hebt. Mocht je deze stappen willen volgen weet dan dat dit geen garantie is tot slagen. Enkel een weg die je kan nemen. Professionele begeleiding bij ernstige problemen verdient altijd de voorkeur. Ik begon in ieder geval met mezelf de volgende vraag te stellen: “Zijn al mijn gedachten wel van mij?”
Stap 1. Heb lef om te vragen
Hoeveel lef moet je hebben om jezelf de vraag te stellen of jouw gedachten ook van jouw zijn? Want hoe zeker ben je van jezelf hierover? Weet je waar al jouw gedachten vandaan komen? Kan je een bepaalde gedachte echt claimen? Toen ik deze vraag aan mezelf stelde begon ik al mijn “eigen gedachten” te verdedigen. Ik wist zeker dat deze van mij waren. Ik had al mijn “eigen gedachten” de label “van mij” gegeven en vanaf dat moment waren zij van mij. Mijn gedachten waren netjes in twee groepen verdeeld. “Van mij” en “niet van mij”. Ik had een goed overzicht van mijn gedachten. Sommige gedachten waren in de loop van de tijden verandert (zoals, “als je 40 bent dan ben je oud”), sommigen waren duidelijk niet van mij (zoals mijn afkeer voor Duitsland. Heb ik gelukkig kunnen loslaten) en sommigen waren tijdelijk (zoals, “ik ga later robots bouwen”).
Stap 2.Verder onderzoeken
De gedachten die “niet van mij” zijn, zijn natuurlijk de meest interessante gedachten dus die ging ik verder onderzoeken. Hier bleek dat het aantal gedachten met de label “niet van mij” toch groter was dan gedacht. Het lijkt namelijk zo te zijn dat er veel “externen” mijn gedachten willen beïnvloeden. Natuurlijk doen veel mensen dat bewust of onbewust en met een positieve bijdrage of met een negatieve bijdrage aan jouw gedachtegoed. Op een positieve manier hebben mijn ouders mij opgevoed en heb ik vrienden en familie die mij altijd met raad willen bijstaan. Nu zijn de negatieve en onbewuste gedachten het meest interessant. Want een negatieve gedachte is geen fijne gedachte en beïnvloed mij meer dan ik zou willen. Hiervan wist ik vaak wel de oorzaak. Van een onbewuste gedachte zie ik vaak alleen het gevolg. Ik reageerde bijvoorbeeld niet op een bepaalde situatie waarin ik vastliep en bleef met mijn gedachten worstelen. Het gevolg was dat ik achteraf precies wist hoe ik had moeten reageren en daarover kon piekeren. Het werd dus een probleem. En niets is zo vervelend als een probleem waarvan je de oorzaak niet kent. Achteraf gaf ik dan de schuld aan mijn eigen karaktertrekjes (zoals, “zo ben ik nou eenmaal”).
Stap 3. Begin met een schone lei
Toen ik mijn gedachten enigszins geordend had begon ik met een schone lei. De eerste stap hierbij is vanuit gaan dat geen enkele gedachte van mij is. Vervolgens maakte ik een tweedeling tussen positieve en negatieve gedachten en wees ik alle negatieve gedachten af door deze te labellen als “niet van mij”. Dit lijkt makkelijk maar de moeilijkheid zit in het volhouden hiervan. Dus elke keer weer een negatieve gedachte labellen als “niet van mij”. De onbewuste negatieve gedachten zijn het moeilijkst om aan te pakken. Zoals gezegd zag ik hiervan alleen de gevolgen. In mijn geval reageerde ik niet op bepaalde situaties en ging ik daarna erover piekeren (het gevolg). Het hielp mij om naar de situatie te kijken vanuit een andere optiek. Ik keek daarbij naar mezelf en naar de situatie als een toeschouwer. Ik zag toen iemand die zich wegcijfert voor anderen en iemand met weinig zelfvertrouwen (de negatieve gedachte). Iemand die werkelijk geen vlieg kwaad wou doen en daar goede redenen voor heeft. Maar ik zag ook dat hij verkeerde informatie gaf aan de omgeving. Hij gaf niet aan hoe hij wou dat de omgeving met hem om moest gaan en waarom hij de dingen deed zoals hij het deed. Dit hielp mij om “de gedachte achter mijn gedrag” en “mijn gedrag zelf” te onderscheiden. De gedachte achter mijn gedrag, dus een ander geen kwaad willen doen, daar wil ik niets aan veranderen. Maar mijn gedrag naar buiten toe, dat wat ik anderen vertel met mijn gedrag, moest veranderen. Ik labelde de gedachte “weinig vertrouwen in mezelf” als “niet van mij”. Met de positieve gedachten was ik heel kritisch. Ik bedacht dat het niet erg is als een bepaalde gedachte niet van mij is terwijl ik er wel aan houd. Als je bijvoorbeeld iemand graag een hand geeft bij het begroeten, dan maakt het niet uit dat jouw ouders jouw dit geleerd hebben. Verrassend genoeg bleven er hoop eigen gedachten over. Dit waren de gedachten met betrekking op mijn voorliefdes (o.a. voor chocolade en de kleur hemelsblauw) en mijn eigen ervaringen (iets onvoorwaardelijk voor een ander doen moet goed zijn want je krijgt er zoveel voor terug). Ik labelde deze gedachten als “van mij”.
Stap 4. Aan de slag
Met een duidelijke overzicht van gedachten die “van mij” zijn of “niet van mij” zijn, bekeek ik mijn eigen situatie. Van de gedachten die “niet van mij” zijn wilde ik enkelen toch nog koesteren. Zoals eerder gezegd maakt het niet uit of een positieve gedachte niet van jouw is. Veel belangrijker is wat je jezelf eigen wilt maken. Aan de negatieve gedachten (allen ook “niet van mij”) ging ik minder aandacht besteden. Dit deed ik door elke keer als ik begon te piekeren dit meteen een halt toe te roepen. Mijn positieve gedachten moesten meer aandacht krijgen. Deze schreef ik op en ik zorgde ervoor dat ik er vaak naar keek en las. Negatieve gedachten probeerde ik op te merken en los te laten. Ik begrijp nu waarom ik er aan vast hield en maak steeds de keuze om een andere richting op te gaan.
Samengevat
- Heb lef om jezelf de vraag te stellen of jouw gedachten ook van jouw zijn. Verdeel je gedachten in twee groepen. “Van mij” en “niet van mij”.
- Onderzoek je gedachten. Zijn bepaalde gedachten echt van jouw? Heb je ook onbewuste negatieve gedachten?
- Ga van uit dat geen enkele gedachte van jouw is en maak opnieuw jouw keuzes. Kijk naar wat bij jouw past, in plaats van wat van jouw is.
- Durf naar je eigen situatie te kijken als een eerlijke toeschouwer. Wees hierbij lief voor jezelf.
- Besteed aandacht aan gedachten die positief zijn.